Academie Sociaal Domein

Landelijk channel

Vraag

2 april 2021
Profielfoto van Nicole Evers
Eigenaar

“Voel jij je competent genoeg om preventief te werken? Krijg jij daar als professional wel de ruimte voor?”

Toelichting

Iedereen heeft de mond vol van preventie. Voorkomen van problemen, vroegsignalering, terugdringen van jeugdzorggebruik: zomaar wat termen die genoemd worden in diverse onderzoeken waaruit blijkt dat er nog onvoldoende preventief gewerkt wordt. Uit een peiling van Movisie (mei 2020) onder 212 gemeenten, blijkt dat 59% van deze gemeenten zegt dat hun sociale wijkteams onvoldoende toekomen aan preventief werken en vroegsignaleren.

Daar ben ik nieuwsgierig naar: Het onvoldoende toekomen aan... 
Waarom komt men daar niet aan toe? Het roept bij mij de vraag op waar zij dan wel aan toekomen? Of dat zij wel voldoende tijd hebben? Of, vanuit mijn vakgebied gesproken, zijn zij voldoende bekwaam in het preventief werken en krijgen zij daar wel de ruimte voor?

Als trainer en coach binnen het sociaal domein tref ik hardwerkende professionals, met een hart voor anderen en een grote betrokkenheid. Tijdens trainingen rondom LVB of hechtingsproblematiek, realiseert men zich dat verbinden met anderen tijd kost. Als die ander dan ook nog een hulpvraag heeft of een andere bejegening vraagt vanwege zijn of haar achtergrond, dan kost je gesprek dubbel zoveel tijd.

Vanuit mijn eigen ervaring binnen het primaire proces ben ik ervan overtuigd dat wanneer je de verbinding met de ander aan kunt gaan, kennis hebt van bijvoorbeeld LVB en kunt aansluiten bij die ander, preventief werken veel gemakkelijker wordt. Investeren in de ander, aansluiten bij de vraag en vanuit dat perspectief gezamenlijk optrekken kost tijd. Het zorgt echter ook voor vertrouwen en ik denk dat juist dat vertrouwen ervoor zorgt dat je moeilijke zaken bespreekbaar kan maken waardoor situaties minder snel escaleren. Mensen begeleiden naar voorzieningen of instanties wordt daarmee gemakkelijker. En, heel belangrijk, zorg ervoor dat je in contact blijft. Er zal veel sneller bij je aangeklopt worden wanneer jij die betrouwbare ander bent.

Of zie ik het helemaal verkeerd? Ik ben nieuwsgierig hoe dat voor jou is!

Profielfoto van J. (Koos) Spanbroek
J. (Koos) Spanbroek
Vrijwilliger

Beste Nicole,
Vanuit mijn achtergrond van de GGD is preventie een heel belangrijk uitgangspunt. Voor de mens en zijn welzijn, in het kader van relatief ervaren gezond ouder worden en verlengen van de gemiddelde leeftijd. Bovendien een forse besparing op de ziektelast en de daarmee gepaard gaande besparing in euro's. Dat is gigantisch. En dat geld kunnen wij dan weer (deels) aan andere zaken uitgeven.
Een belangrijk nadeel van preventie is dat de effecten helaas pas op langere termijn echt zichtbaar worden, vaak pas na 10-15 jaar en soms nog langer.
In onze politiek gestuurde samenleving, dat geldt zeker voor een GGD, ben je afhankelijk van de moed van de (gemeente)bestuurders. Hun zittingstermijn is slechts 4 jaar en dus wil je binnen die periode in ieder geval scoren. Dat helpt bij een eventuele herverkiezing!! Dit sluit ook aan bij de reactie van Tijn en zijn bestuurlijk dilemma.
Als er bestuurders zijn die wel de moed hebben te investeren in preventie zullen die vooral afgerekend worden op de investeringen, zonder dat daar een zichtbaar resultaat tegenover staat. En deze modus operandi zal waarschijnlijk ook opgaan voor de landelijke politiek, helaas. In beide gevallen zijn we meer bezig met branden blussen en niet met een toekomstbestendig beleid. En zo zitten we in een vicieuze cirkel!
Als er geen bestaansrecht is voor een GGD, geen ramp e.d., zal er door goedwillende maar niet altijd competente gemeente besturen bezuinigd willen worden op een instituut als de GGD.
Daarom is een veel gehoorde kreet: een ramp is een zegen voor de GGD!

Profielfoto van Tijn Dries
Procesontwerp/begeleider; Ondersteuning Zelforganisatie Inwoners

Vanuit mijn ervaring als raadsrapporteur Stichting Sociale Dorpsteams gaat er -gegeven de bezetting- verhoudingsgewijs zoveel tijd op aan brandblussen dat er niet genoeg tijd overblijft om serieus aan preventie te kunnen besteden. Met brandblussen bedoel ik: helpen met bijvoorbeeld huisvesting zoeken (tijdrovend en vaak hopeloos); begeleiding complexe gevallen; inhoudelijk overleg over samenwerking met en tussen andere uitvoerders; de eigen organisatieontwikkeling; etc.

Consulenten groeien in hun vak, en daarmee ook hun behoefte aan organisatieontwikkeling, zowel intern/ gemeenteraad/ college, als extern richting partners als huisvesters, huisartsen, verzekeraars. Tegelijkertijd wordt de behoefte vanuit het gemeentebestuur niet (altijd) gefaciliteerd (met geld), omdat men met MKBA's eigenlijk eerst resultaat wil zien, hetgeen het paard achter de wagen spant. Het leidt tot onderbezetting, overbelasting, ziekteverzuim en verloop in een toch al vrij lastige arbeidsmarkt. Dat helpt niet.

Voorts zien we nu ook twee omtrekkende bewegingen die het werk van de dorps-/wijkteams moeilijker maken. Ik noem dat de dubbele preventieparadox.
1) Colleges moeten de uitgaven beperken vanuit angst om een artikel 12 gemeente te worden. Dat zou namelijk leiden tot een door de Provincie uitnutten van de maximale belastingscapaciteit (OZB!) en dat is niet goed voor de verkiezingen. Dan is het wijzen naar Den Haag een stuk makkelijker dan het nemen van inhoudelijke besluiten over beperking reikwijdte WMO/JW. De gemeenteraad haalt dan opgelucht adem en wijst gezellig mee, in plaats van in tijden van schaarste te gaan besturen. Zo komt er van investeren in preventie niet veel terecht, ook omdat niet op voorhand duidelijk is wat de opbrengsten zullen zijn (preventieparadox 1). Zo vlak voor #TK21 en #GR22 leidt dit op teveel plekken tot een bestuurlijke apathie die de hulpbehoevende inwoner niet echt ten goede komt.
2) Gemeenten die nog wel sturen, lijken van hun wettelijke taken inzake wmo/jw een soort mini-awbz te gaan maken: a) we schrappen alles waarvoor je je aanvullend kan verzekeren (basically "alternatieve therapie"); b) we schrappen alles wat niet 'hardcore'-jeugdhulp is ("niet zijnde preventie", art. 1.1); c) de rest gaat via de HA door naar de POH of naar de aanvullende verzekering en d) individuele gevallen begeleiden we zo mogelijk zelf richting normalisering #DagelijksLeven. Dit is de tweede preventieparadox: namelijk dat het beleid, ingezet op preventie en normalisering, wordt geprofessionaliseerd door er deskundigen op te zetten. Omdat je probeert een maatschappelijke gedragsverandering te bewerkstelligen (normalisering; verschuiven van de norm), zal je daar weliswaar beleid en bijbehorende inspanningen aan moeten wijden, maar dat kan echter alleen slagen, als het er op gericht is het aanbod overbodig te maken. Het beleid kan zichzelf echter naar zijn aard niet overbodig maken zolang het -zoals de maatwerkplicht uit de wet vereist- op het individu is gericht en het zwaartepunt van de wijkteams wordt (2.1a JW). Het is verdedigbaar dat 'preventie' alleen werkt als het primair gericht is op het veranderen van een maatschappelijke norm (want pas dan verdwijnt de collectieve hulpvraag waarvoor je beleid moest maken), en niet op individuele begeleiding. Zolang je als gemeente dus wel individuele hulpt biedt in het kader van preventie, kan het beleid niet slagen. Er komt namelijk geen eind aan de individuele hulpvraag zolang je daarvoor hulp beschikbaar blijft stellen. In die zin is preventiebeleid en normalisering, zolang die is gericht op het individu en/ of het gezin, contraproductief.

Bij elkaar is dat bestuurlijk een fors dilemma. Wat ook niet helpt is dat dit dilemma inhoudelijk voor veel gemeenteraden te moeilijk/ hoog over is om daar samen met het college de tanden in te kunnen zetten. Daardoor is het college niet of nauwelijks formeel gedekt voor het nemen van beslissingen die de reiktwijdte van de jw beperken ten opzichte van de beleidsruimte die er is. Daardoor gebeurt het óf niet of buiten de raad om, onder het mom van 'uitvoering'. (vgl. 'essentialia van de voorzieningen'). Intussen heeft de consulent de handen vol aan de instroom, het gebrek aan huisvesting, matig lopend Passend Onderwijs, werk/schuld/inkomensproblemen en daarmee te weinig uitstroom. Het is mooi werk, maar niet benijdenswaardig soms.