Academie Sociaal Domein

Landelijk channel

Vraag

23 juni 2021
Profielfoto van Marco Den Outer
Key account manager | Cliëntervaringsonderzoeken | Data oplossingen | Trainingen

“Uit onderzoek blijkt dat er bij professionals met name behoefte bestaat vaardigheden te ontwikkelen om organisatie-overstijgende samenwerkingsverbanden te organiseren en te managen. Herken jij dit?”

Toelichting

Hoe houd jij alle ontwikkelingen bij in en rondom het sociaal domein? Dat is de centrale vraag van ons recente onderzoek naar hoe mensen die werken in en rondom het sociaal domein hun vakkennis vergroten in deze tijd waarin de grootste transformatie sinds decennia zich voltrekt.

We zien in de resultaten van ons onderzoek terug dat er met name behoefte bestaat vaardigheden te ontwikkelen om organisatie overstijgende samenwerkingsverbanden te organiseren en te managen. Dat geeft aan dat gemeenten en zorgorganisaties zich steeds meer bewust zijn van hun regierol en zorgorganisaties zich steeds meer realiseren dat samenwerking loont.

Herken je dit? Is dit in jullie gemeente ook het geval? Wil je hier op reageren?

Laat weten als je het interessant vindt als wij hierover een aanvullende videosessie organiseren.

Profielfoto van Tijn Dries
Procesontwerp/begeleider; Ondersteuning Zelforganisatie Inwoners

Dit is zeker herkenbaar, zowel vanuit het raadswerk als vanuit het (organisatie-advies)veld. Helaas ontbreekt maar al te vaak een cruciale fase die daaraan vooraf zou moeten gaan.
In beide bijlagen (en de resultaten van het ambtenarenpanel) zie je dat mensen qua samenwerking zowel nut al noodzaak voelen; al was het maar om je eigen werk goed te kunnen doen. Er is immers niemand vóór slechte dienstverlening. We houden elkaar echter wel gevangen in ieders gouden kooitje van beleidsruimte en -bevoegdheden. Ik bedoel -net zoals bijvoorbeeld Suzanne hieronder schrijft- dat we binnen onze organisaties allemaal beschikken over de visie, de missie, wat formatie, budget, bevoegdheden, rapportages. Dáár zijn we werkzaam, dáárover leggen we verantwoording af, en dáár worden we op afgerekend - of je nou aan het loket zit, aan de keukentafel of in de boardroom. En we werken er nog keihard aan ook.
Als we echter de samenleving als opdrachtgever zien, en onszelf en al onze partners/concullega's/belendende beleidspercelen als het systeem zien -laten we zeggen, als een Zwitsers horloge- dan merken we toch dat niet alle radertjes altijd op het juiste moment aangrijpen. Dat is eigenlijk ook wat de steeds constateren. Het maakt dan ook totaal niet uit of het om een grote of een kleintje gaat: elk tandwiel is precies even belangrijk voor het eindresultaat. Voor mij is deze -heel vaak gedeelde- observatie altijd aanleiding om met alle radertjes gezamenlijk in gesprek te gaan om met elkaar de waarden te delen die we zelf over ons vak/rol/taak hebben. We gaan nog niks organiseren, analyseren of begroten: we gaan eerst met elkaar kijken naar het horloge dat we zijn.
Verassend vaak blijkt dat elk van de organisaties/teams/medewerkers zelf ook bestaat in een leefwereld waar het hollen of stilstaan is. Dit brede gesprek is vaak een feest van (h)erkenning en het gevoel van kwetsbaarheid neemt daardoor enorm af. Op dat moment kan je pas overgaan tot het delen van waarden: wat is als individu/ als organisatie je essentiële waarde? Welke plek heb je formeel èn krijg je collegiaal in het precisieuurwerk? Dan nog is er (hopelijk) niks georganiseerd, maar heb je het over je plaats in het systeem. Het zorgt voor erkenning en aanspreekbaarheid, voor overzicht en structuur; voor (sociale) veiligheid, als je het het zo kan zeggen. Pas van daaruit kan je dan gaan werken -gezamenlijk, maar ieder vanuit zijn eigen rol en taak- aan de vorm van samenwerking. Dat is dan enorm veel eenvoudiger geworden, omdat de inhoudelijke waarden het uitgangspunt zijn, en niet het positiespel. Dat positiespel is immers maar al te vaak een gevolg van te weinig gelegenheid om waarden te delen. Als je er in slaagt om op waardenniveau ambities te delen, komen -althans in mijn ervaring- positiespelletjes, doorschuiven of schotjes veel en veel minder voor. Daarvoor is echter die 'kwetsbaarheid' door het delen van waarden, wel een absolute noodzaak. Dus ja, ik herken die behoefte aan samenwerking zeker, maar zonder het delen van waarden, een zelfonderzoek ook over wat je bereid bent aan autonomie te delen dan wel te schrappen of echt anders te gaan doen (en daar intern dekking voor te krijgen) is samenwerking op zichzelf alleen maar meer van het bestaande: het verbeteren van de kaars zonder het electrisch licht uit te vinden.
Overigens is de grote, ontbrekende partij in deze discussie (zo valt me op) de gemeenteraad. Daar zijn allerlei verklaringen voor, maar de (ontbrekende/onderschatte/enz) rol van de raad is vrijwel overal een enorme bottleneck in dit gebeuren. Maar dat zal een andere keer zijn, dit verhaal was al te lang.

Profielfoto van Hans Pollen
Hans Pollen
Directeur / kernteamlid

Marco,
Het onderwerp is naast uiterst interessant, ook van alle tijden. Want we organiseren veelal langs de lijnen van de diverse domeinen en professies. Het onderzoek toont aan dat we mogelijk groeien naar vernetwerkte vormen van professionaliseren. De organisatievorm zegt an zich nog niet veel over de inhoud van die professionaliseringen. Daar heb ik me vanuit meerdere entiteiten en met diverse rollen geruime tijd mee bezig gehouden. Ik heb ook een onderzoeksvoorstel naar de PO- en VO-raad ingebracht, dat ik tevens zal bespreken binnen de VNG.
Kern van het onderzoek is om de mate van interdisciplinair samenwerken op casuïstiek niveau vast te stellen. Daarmee data te verkrijgen om inhoudelijke professionalisering vorm te geven. Waarbij de afstemming met- en rolerkenning van (ouders van) cliënten uiteraard moet worden meegenomen.
Passend onderwijs en passende zorg dienen met medewerking van wet- en regelgeving, lokaal beleid, organisatiedoelen en protocollen zorg te dragen voor inclusieve participatie voor allen.
Multiple-helix dienstverlening voor één cliënt vraagt inderdaad cross-boundery kennis van aanpalende domeinen. Net als in het samen muziek maken is ruimte geven aan gemeenschappelijkheid nodig. 'Anders ontstaat er geen swing', om het maar zo uit te drukken.
In de aanloop van dit platform heb ik mij ingespannen met de organisatoren om juist ook deze thematiek sturend ruimte te bieden. Bijvoorbeeld door het actief inrichten van een community (Community of Inclusive Practice; CoIP). Daar zou ik (wij) dan zelf ook een rekening voor moeten krijgen en betalen. Was reden om dat maar niet door te zetten.
Groeien we daar nu toch naartoe?

Ofwel: laat ons eens bellen. Wellicht kunnen we elkaar versterken.

Vriendelijke groet: Hans Pollen (0638180921).

Bijlage:
Dit document 'Van Handelingsverlenegn naar Handelingsbekwaam' moet worden begrepen in de context van schooluitval, leerplicht en leerrecht. Maar is vooral in ruimere contexten ook te gebruiken.

Profielfoto van Bennie Oude Maatman
Armoedepreventie coördinator

Ik geef hierop mijn reactie als vrijwilliger, actief binnen de armoedebestrijding/armoedepreventie.
Dit is een zeer herkenbaar probleem. Vanuit hun professionele organisaties zijn de mensen erg gebonden aan budgetten, regels/ protocollen etc. Vanuit de vrijwilligerskant heb je hier veel minder mee te maken. Dit maakt het voor de profs vaak moeilijk om afspraken te maken. Vaak is men bang het grip te verliezen, onder meer door moeizame inbedding in hun eigen organisatie. Natuurlijk is het goed dat profs zich meer bekwamen in organisatieoverstijgende activiteiten, naar ik denk dat het nog belangrijker is dat de professionele organisaties zich intern opnieuw gaan uitvinden. Hierbij rekening houdende met alles wat er gebeurt in de omgeving, zowel professioneel als met name aan de vrijwilligerskant. Het Sociaal Domein, zeker de armoedekant, wordt veelvuldig georganiseerd door vrijwilligers. Het vergt veel organisatievermogen, lef en vertrouwen om de goede keuzes te maken. Dit schrijvende, lijkt het veel meer een karakterstructuur te zijn dan een opleidingsprobleem.

Profielfoto van Alexander Hogendoorn
Directeur-bestuurder, ontwikkelaar, kwartiermaker, docent

Beste Marco,
Een lerende omgeving is essentieel voor het welslagen van goede samenwerking mijns inziens. We hebben in Rotterdam een Leer-Werk-Gemeenschap opgezet waarbij ook informele sleutelpersonen met formele sleutelpersonen uit het professionele netwerk samenwerkten. Zie hier ook de handreiking die we daarvoor maakten.
Groet,
Alexander

Profielfoto van Hélène Le Belle
Leerrecht ambtenaar (voorheen leerplicht)

Wij werken vanuit eigen verantwoording en dan hoef je geen samenwerkingsorganisatie op te tuigen en te managen, dan neem je als professional in een casus je verantwoording om samen te werken.
Je zoekt actief de partners of medewerkers daarvan op en in de samenwerking heeft ieders rol een bijdrage en verantwoording.
Wanneer die ruimte er is en je met z'n allen staat voor de jongere en het gezin naar de volgende stap helpen, dan is managen daarvan eenvoudiger. Respect voor elkaars expertise en verwachtingen helder hebben is een voorwaarde en die ontwikkel je gaandeweg door het te benoemen en afspraken over te maken.

Ik merk dat vanuit deze houding de inzet steeds eerder en dus enkelvoudiger kan.
Wees nieuwsgierig naar wie er nog meer kan bijdragen, of dat een meerwaarde is voor het proces van het gezin en ook of dat op dit moment in een behoefte voorziet. Bevraag en help door vragen te kaderen, zowel naar de klant als de andere professional. Het begint dus bij jezelf en de vraag of je het een beetje anders durft aan te vliegen en met elkaar. Dat is wat mij betreft de eerste vraag die gesteld mag worden.

Profielfoto van Suzanne Goedoen
Eigenaar onderneming

Hoi Marco,

Het is een noodzaak en een wens, maar eerlijk gezegd herken ik niet dat er altijd daadkracht wordt getoond om dit vorm te geven. Het is niet (primair) mijn bedoeling om hier mijn beklag te doen of acquisitie te plegen, maar ik heb in mijn vorige baan veel (10+ jaar) expertise opgedaan in domeinoverstijgende / ketensamenwerking en als ik het aanbied bij gemeenten om dit in te zetten, wordt aangegeven dat ik te weinig kennis heb van het sociaal domein (omdat ik van een zorgverzekeraar afkomstig ben) en dat mijn kennis te generalistisch is. Los van het feit dat niet alles hiervan klopt, lijkt het er op dat argumenten worden gebruikt om veel bij het oude te houden, omdat men niet goed weet hoe de te starten. Ik denk dat er lef en regelruimte nodig is. Als ervaren wordt dat de regels en wetten dat onvoldoende bieden, laten we die dan gezamenlijk creëren. Nogmaals: transformatie kost tijd en ik zeg niet dat het eenvoudig is, maar ik mis meer lef en we verschuilen ons m.i. teveel achter (behoefte)onderzoeken vooraf. Jullie factsheet gaat daar ook iets op in. Met gezond verstand gebruiken, open staan en eerlijk zijn over elkaars belangen kom je al heel ver. Corona toonde dat hier en daar ook aan; vanuit de uitvoering zijn mooie initiatieven ontstaan, ook van burgers onderling. Over domeinen heen samenwerken (of dat nu binnen de organisatie of met externe partijen is) is echt nodig om 1 gezin, 1 plan te realiseren. Soms lijkt het alsof we het belang daarvan uit het oog verliezen. Tot slot lijkt het me belangrijk dat we niet alles hoeven te regelen, maar begin bij wat nodig is. Voor zowel burgers (eigen regie, zelfredzaamheid) als kostenaspect is het goed om nog minder verzorgingsstaat te willen zijn. Dat moet ook wel beklijven onder de hulpverleners, die overigens veel credits (blijven) verdienen.

Groet,
Suzanne

Profielfoto van Michael Milo
Verbinder

ja, heel herkenbaar. ik geef zelf bijvoorbeeld les aan postdoc opleidingen (GZ en KP opleiding), daar zie je dat er een steeds groter besef komt dat opleidingen sterk verschot zijn en bijna samenvallen met de taartpunten van positieve gezondheid. En daarbinnen (neem bijv de ggz, waar ik me mee bezig hou) overigen ook weer verschot. Psychologen en Ervaringsdeskundigen hebben geen delen van hun opleiding samen, doodzonde.

Profielfoto van Louisa Bosker
Directie

Ja dat klopt
Naast inhoudelijk verdieping